Wij telen op een milieubewuste manier, met zo weinig mogelijk gebruik van de klassieke sproeistoffen.
Hierdoor maken we onder meer gebruik van natuurlijke vijanden zoals lieveheersbeestjes, oorwormen, gaasvliegen, roofmijten en roofwantsen die de schadelijke beestjes vernietigen.

Daarnaast werken we ook met feromoonverwarring: we brengen geurstoffen van vrouwelijke motten in de plantage aan zodat de mannelijke fruitmotten  in de war gebracht worden en ze de vrouwtjes niet terugvinden. Er hangt dan immers overal een “vrouwelijk” parfum. Dit zorgt ervoor dat er geen eitjes bevrucht worden en zo vinden jullie dan ook geen rupsen in onze appels.

We hebben ook veel nestkastjes hangen die de koolmeesjes aantrekken, die helpen dan ook de rupsen wegvangen.

In samenwerking met natuurpunt hebben we een kast voor kerkuilen in onze loods geïnstalleerd. Deze kerkuilen bestrijden muizen en ratten die anders aan de wortels van de fruitbomen eten.

Tot slot hebben we ook een torenvalkenkast, die bijna elk jaar bewoond wordt , en waarvan de torenvalken helpen bij het onderdrukken van de muizenpopulatie.

Plantenbeschermingsmiddelen worden slechts minimaal ingezet, waarbij het milieu zoveel mogelijk wordt gespaard.

Dit alles wordt gecontroleerd door een onafhankelijk erkend controle-organisme, Integra.
Zo kan je gerust zijn dat we ons aan alle regels houden en ons fruit steeds perfect in orde is.

Al vele jaren werken we met een vaste imker die heel wat bijenvolken in onze plantage zet tijdens de bloei. De bijen zorgen voor een betere bestuiving en meer en mooier gevormde vruchten. Uiteraard dragen wij dan ook zorg voor de bijen door geen middelen te gebruiken die mogelijk schadelijk kunnen zijn voor hen. Wij hebben immers baat bij gezonde bijen, onze imker krijgt hierdoor lekkere honing en deze kunnen wij dan terug in onze winkel verkopen.

Sinds enkele jaren werken we ook met wilde bijen. We hangen hiervoor zelfgebouwde nestkasten op om de ideale omstandigheden voor hen te creëren.  Het voordeel van deze wilde/solitaire bijen is dat zij ook onder ongunstige weersomstandigheden uitvliegen. Onze andere honingbijen vliegen niet goed uit wanneer het koud is of regent en net dan hebben we net het meeste nood aan extra hulp bij de bestuiving.